de weersvooruitzichten!

zaterdag 23 april 2011

Over wijken en buurten gesproken: de casus Williamsburg

De wijk waar ik woon, is een dynamische wijk.
Tot aan de jaren '80 stond het vooral bekend als een arbeiders wijk. In de jaren '80 stroomde er echter een groot aantal nieuwkomers de wijk binnen: kunstenaars, muzikanten, studenten, en andere alternatievelingen. De reden voor hun komst was simpel: de huur was in de wijken waar deze groepen traditioneel woonde, te hoog geworden. Wijken zoals SoHo, de East Village en de Lower East Side in Manhattan hadden een process van gentrification ondergaan, waardoor ze onbetaalbaar zijn geraakt voor bepaalde groepen, groepen die in eerste instantie juist hadden bijgedragen aan het excentrieke, artistieke imago dat die wijken hadden. Zij kwamen daar naartoe omdat de huur daar (ten tijde van hun komst) nog niet zo hoog was als in andere, destijds hippe wijken.
De instroom van de artistieke typen in Williamsburg ging aanvankelijk vrij harmonieus; hoe dan ook, na grofweg tien jaar heeft hun aanwezigheid in Williamsburg deze wijk de status van "hip" of "in" bezorgd, wat het maakt dat nu ook de kapitaalkrachtige New Yorkers geïnteresseerd zijn geraakt in de wijk, die er sinds de jaren '90 zijn komen wonen. De vicieuze cirkel treedt wederom in werking: eerst komen de kunstenaars en studenten, vervolgens krijgt de wijk een gunstiger imago, vervolgens komen er nog meer muzikanten/studenten/jonge professionals, en voor je het weet is de huur in de wijk zo hoog dat de oorspronkelijke bevolking, maar ook diegenen die als eerste nieuwkomers naar de wijk kwamen, er al lang niet meer wonen.
Nu Williamsburg zo'n 15 jaar "in" is, is er een flinke demografische verschuiving opgetreden. De bevolking van voor de jaren negentig staat in schil contrast met de huidige bevolking. De wijk, die circa 150,000 inwoners telt, herbergt thans voornamelijk mensen die hier relatief recentelijk zijn komen wonen, terwijl de "oorspronkelijke" (een relatief begrip) bevolking hier en daar ook nog sporadisch te herkennen valt.

Williamsburg: een traditioneel straatbeeld


Williamsburg: nieuwbouw woningen


Sinds 2005 speelt de gemeente strategisch op de aardverschuiving die hier heeft opgetreden in. Zij staat de bouw van appartementen-torens toe, iets wat vastgoed ontwikkelaars ongetwijfeld veel geld zal opleveren. De vraag naar nieuwbouw blijft ongewijzigd hoog, waardoor de bouw van nieuwe appartementen-torens een ongewijzigd rap tempo behoud.




Wat mij opvalt is dat de gemeente geen plan heeft, om de wildgroei van appartementen-torens te geleiden. Men staat simpelweg hogere dichtheden toe, de markt doet de rest. Als het voor een vastgoed ontwikkelaar economisch haalbaar is om de hoogte in te gaan, dan moet dat maar gebeuren, zonder dat de gemeente de ontwikkelaars in de weg staat met hoogtebeperkingen. De gemeente New York handelt dus vooral reactief: indien er een markt is voor hoogbouw in de buurt, staat zij hogere dichtheden toe. Een visie op hoe de wijk zichzelf het beste zou kunnen ontwikkelen, is er niet. De planologen houden vooral de markt in de gaten, en bezien hoe zij de trends op de vastgoed markt optimaal kunnen faciliteren. Dat heet dus planologie in een kapitalistische maatschappij. Vastgoed staat centraal.

Veel van mijn studiegenoten, conservatief als ze zijn, hebben daar problemen mee.
Zij wensen dan, dat de gemeente een iets restrictievere houding aan neemt: meer gericht op het behoud van de wijk, zoals die er ooit bijlag. Niet alleen wat Williamsburg betreft, maar voor de hele stad. Wijken dienen, in hun optiek, hun unieke karakter te behouden. Zonder dat allerlei projectontwikkelaars daar verandering in brengen. Menig docent aan mijn opleiding deelt deze mening; zij hebben de opvatting dat het de taak is van de planoloog om een willekeurige wijk tot op zekere hoogte te beschermen tegen "de invloeden van buitenaf". De invloed van projectontwikkelaars en nieuwkomers wordt als negatief beschouwd, terwijl een statische, onderveranderlijke buurt als een ideaalbeeld wordt gehanteerd. (De strikte scheiding tussen de conservatieve academici en de liberale planologen van de gemeente valt min of meer samen met de scheiding tussen republikeinen en democraten in de Amerikaanse maatschappij; een scheidingslijn die dwars door de hele samenleving loopt).
Persoonlijk vindt ik dat nogal dubbel. De meeste studiegenoten van mij wonen, net als ik, in Williamsburg. Zij wonen hier ook pas enkele jaren, en zijn van elders afkomstig. Noem het een stelletje nieuwkomers.


Persoonlijk ben ik de mening toegedaan dat al die nieuwbouw zo kwalijk nog niet is. Bedenk je eens waar New York zou staan, als de planologen een conservatievere houden hadden aangenomen: dan was de huidige skyline ver te zoeken. Vastgoed ontwikkeling, en verandering, is eigen aan de stad New York. Deze stad vindt zichzelf elke 15-20 jaar opnieuw uit. Wijken veranderen nou eenmaal. En of daar iets mis mee is, weet ik zo nog niet. Als wij als planologen restrictief waren geweest, hadden we nooit de indrukwekkende skyline gehad die we nu hebben. Verandering kenmerkt een stad als New York, een stad die drijft op de dynamiek van haar verschillende wijken.
Ik begin me langzamerhand te realiseren dat ik (als liberaal) misschien een stuk linkser ben als de conservatieve meerderheid op Pratt. Wellicht heb ik, ideologisch gezien, meer in het gemeen met de neo-liberale planologen die voor de gemeente werken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten