de weersvooruitzichten!

zaterdag 24 juli 2010

De laatste stand der zaken.

LS,

Ik ben ruim drie weken terug in New York; het dagelijkse leven is hier dan ook in volle gang.

First things first: het is zomer in the city. Dat betekend dat de temperatuur elke dag tussen de 85 en 100 graden Fahrenheit zweeft, oftewel circa tussen 38 en 29 graden celsius. Iets koelere dagen zijn er niet bij; op de koudste dag die ik sinds mijn thuiskomst op 1 juli j.l. heb beleeft, was het 28 graden celsius. Zonder verdere uitzonderingen was het elke dag dus warmer dan toen, en scheen de zon elke dag (beter gezegd: brandde de zon elke dag), en was het ongenadelijk benauwd gezien de hoge luchtvochtigheid. Kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat het hier qua klimaat wel op Miami lijkt in de zomermaanden (zo niet, warmer dan Miami). Bedenk wel dat NYC op dezelfde hoogte ligt als Madrid, Napels en Thessaloniki.

Geen nood, ik leef immers in een air-conditioned bubble. Op mijn stage is de airco steevast ingesteld op een temperatuur van 70 graden Fahrenheit (circa 21 graden), thuis prefereer ik een ijskoude 65 graden Fahrenheit (circa 18 graden), want wat is er nou heerlijker dan binnen zitten te bibberen met je trui aan terwijl het buiten zweten geblazen is?

Ondanks het warme weer, heb ik het afgelopen weekend mijn nieuwe fiets volop getest. Zaterdag was er een fietsrit (georganiseerd door het New York City Chapter of the Congress for the New Urbanism-- een vakorganisatie) langs de nieuwe typen infrastructuur voor fietsers die de afgelopen drie jaar in NYC zijn aangelegd. Het tempo waarmee deze stad ruimte maakt voor de fietser, alsmede de diversiteit aan verschillende soorten fietspaden is verbazingwekkend. De rit (van 25 mijl) eindigde met taco's in het toffe restaurant, Pedro's Tacos. Zondag ging ik wederom een flink end fietsen. De non-for-profit organisatie Transportation Alternatives, organiseerde een rit van 45 mijl langs het complete waterfront van Brooklyn. Van Greenpoint in het Noorden dus tot aan Far Rockaway Beach aan The Atlantic. Een prachtige rit langs het water die langs zoveel verschillende wijken voerde. De rit was bedoeld om New Yorkers bewust te maken van het potentieel van een "greenway", een recreatieve route voor fietsers en voetgangers langs het gehele waterfront. Zoiets is er nu nog niet (althans, de paden langs het waterfront lopen niet langs de gehele kustlijn), en het zou toch wel mooi zijn als er zoiets komt. Uiteraard eindigde ook deze rit met het gezamenlijk veroberen van taco's in restaurant "Rockaway Tacos".





Verder was ik dinsdag avond, na college, met een studiegenoot naar 'n concert geweest. Een optreden van een bescheiden band in een klein cafe ergens in de Brooklynse wijk Park Slope. Een totaal vernieuwende ervaring, want normaal gesproken ga ik niet naar bands die bestaan uit tien instrumentalisten. Het is een jazzy-bandje, die hun inspiratie haalt uit de musikale tradities van de Slavische landen in Oost-Europa; ze heten de veveritse brass band.

Verder was ik woensdag nog naar een conferentie geweest, georganiseerd door de Municipal Arts Society. Het ging over het vernieuwen van het "Land use review process" van de gemeente NYC. Er zijn veel steden die er een progessievere bestemmingsplanning op nahouden (Seattle, Portland of Miami bijvoorbeeld), en de New Yorkse planners waren dan ook bijeen gekomen om de filosoferen over hoe New York weer bij de beste van Noord-Amerika kan gaan behoren, als het om een vooruitstrevende ruimtelijke ordening gaat.



De studie is ook in volle gang, zelfs in de zomer! Amerikaanse universiteiten kennen drie semesters: het herfst semester (eind Augustus tot kerstvakantie), het lente semester (eind Januari tot medio Mei), en het zomer semester (eind Mei tot begin Augustus). Zodoende ben ik sinds mijn terugkomst uit Berlijn al weer bezig met het volgen van twee vakken; 8 Augustus is mijn laatste tentamen (waarna ik tot 30 Augustus vrij heb).
Een lange zomervakantie zoals je die in Nederland hebt, is hier uit den boze!
Ik volg een vak getiteld "Placemaking for Public Spaces", een lange naam voor een vak wat concreet gezegd gaat over het leefbaar maken (en houden!) van de openbare ruimte. Het vak, en de docent, bekijken openbare door een "menselijke lens": niet alleen kijken naar het ontwerp van een openbare ruimte (hier heb ik zelf ook een handje van), maar onderzoeken wat het precies is dat mensen aantrekt. De meeste mensen (in New York althans) bezoeken een openbare ruimte omdat die plek wat afwisseling biedt van de asfalt jungle, vanwege de bomen en het gras, vanwege de zitgelegenheden, vanwege de eetgelegenheden, vanwege waterpartijen, maar toch vooral vanwege het "people-watching"... oftewel, mensen bezoeken openbare ruimte om naar andere mensen te kijken!
Ik hoor jullie denken, DUH!! Maar het is waar.
Verder heb ik met 2 medestudenten de taak bedeeld gekregen, om kritisch de nieuwe, zogeheten "pedestrian plazas" op Times Square te onderzoeken. You see, de autowegen zijn sinds circa een jaar afgesloten voor al het gemotoriseerde verkeer, om een soort van stadsplein te creeren. Voor de locals en voor de toeristen. Zitten aan terrasjes, je kent het fenomeen wel.
Wij kijken naar het huidige gebruik van de openbare ruimte op Times Square en maken dan een stel aanbevelingen over hoe de ruimte beter gebruikt kan worden; waarbij het zaak is de ruimte beter te activeren en ervoor te zorgen dat het aantrekkelijker wordt voor "het publiek" om de ruimte intensief te benutten. Met die aanbevelingen gaat de eigenaar van de ruimte van de "voormalige-rijstroken-annex-voetgangersgebieden", het NYC Department of Transportation, vervolgens aan de slag om daadwerkelijk een leefbare plaza te scheppen. Mijn zorg is echter dat het aantrekken van teveel mensen op een bepaalde, sterk geconcentreerde openbare ruimte een te gemakkelijk doelwit schept voor aanslagen... we weten immers allemaal dat Times Square onlangs aan een tragedie is ontsnapt.

Verder volg ik een vak genaamd Planning Law, je hebt het dan al gauw over rechtszaken betreffende de grondwettelijkheid van bepaalde gemeentelijke maatregelen om het grondgebruik te reguleren, en de kwestie of bepaalde beperkingen die een gemeente projectontwikkelaars oplegt, wel te legitimeren zijn gezien de Amerikaanse grondwet. Al met al is het een mateloos fascinerend onderwerp voor mij. Ik heb mijn bachelorthesis in het voorjaar van 2009 geschreven over de Growth Management Act uit 1985 geldend voor de staat Florida. Die wet stelt dat projectontwikkelaars die stedelijke uitbreidingen realiseren, zelf verantwoordelijk zijn voor scholen/ wegen/ riolering etcetera in de door hun gebouwde wegen. Oftewel: je schuift de publieke verantwoordelijkheid af op private partijen die op hun beurt weer een enorme winst verkrijgen uit de ontwikkeling van nieuwe wijken. M.i. is het, gezien de enorme winst die projectontwikkelaars maken, geen kwalijke zaak hen te vragen de infrastructuur te ontwikkelen voor de wijken die zij bouwen, in plaats van dat gemeenten dat doen. Gemeenten in Amerika zijn toch al zo arm en hebben weinig geld te besteden. Ik denk dat dit de toekomst is van stadsuitbreidingen in de VS: wie bouwd, is verantwoordelijk voor de voorzieningen aldaar. Het jammere is dat weinig staten zo progressief zijn als Florida op dit gebied; alleen California, Oregon, Massachusetts en Hawaii hebben eenzelfde wet geaccepteerd.

Op mijn stage is het ook vrij druk; ik breng het leeuwendeel van mijn tijd door met het maken van bouwtekeningen met behulp van computerprogramma's.





Al met al zou je kunnen zeggen dat 't toch weer geniaal is, dat ik mijn bijdrage kan leveren aan het veranderen van "how cities work"!

Oja, ik was ook nog even bij de kapper langs geweest van de week.


For the City,

Ronald

dinsdag 20 juli 2010

Je hebt een accent of je hebt het niet.

Hoe gaat het, Dutchmen?

Het lijkt wel alsof mijn accent elke keer dat ik naar Nederland ben geweest, een beetje intenser is geworden.

Toen ik als 18-jarige High School graduate naar verre familie in Seattle ging, kreeg ik kudo's van de Amerikanen over hoe vlekkenloos mijn Amerikaanse accent was.
Toen ik als 21-jarige college kid naar Florida vertrok, vroeg iedereen me of ik niet toevallig uit London kwam, of Australie. Goed, ze wisten weliswaar dat ik niet uit de USA kwam, maar in ieder geval zag men mij aan voor een native speaker! Dat is toch een beetje een vermomd compliment! Na een jaar aldaar vertoeft te hebben, heb ik dat Britse/Australische accent een beetje kunnen wegwerken en vroeg men mij niet meer zovaak waar ik vandaan kwam. Dat vond ik zelf al heel wat. Zelfs immigranten (Cubanen..) die al jarenlang in de V.S. woonden met wie ik colleges volgde, waren verbaast dat ik zo goed Amerikaans Engels sprak. Op een gegeven moment geloofde niemand me meer als ik zei dat ik echt een Nederlander was!

Toen ik echter in Januari jongstleden weer terug ging naar New York na een half jaar in Nederland, was ik weer terug bij af. In elk gesprek kwam steevast na 5 minuten de volgende vraag tevoorschijn: "Where are you from?". Alhoewel het toch opmerkelijk is dat men er niet meer van uitging dat ik een native speaker uit een ver oord als Engeland of Australie was, schok ik toch wel een beetje als de native New Yorkers mij vroegen of ik niet toevalig uit de Midwest kwam. "Are you from Kansas?" "Are you from Minnesota?" "Are you from Canada?". Goed, de New Yorkers beschouwden mij in elk geval als een Noord-Amerikaan. Maar wel een Noord-Amerikaan die niet uit New York afkomstig is. Fair enough, gezien het feit dat in staten als Kansas of Minnesota vele afstammelingen van Nederlandse/Duitse/Scandinavische immigranten wonen.

Nu ik onlangs 6 weken in Europa heb doorgebracht, ben ik wederom weer een beetje terug bij af. Alhoewel Britse vrienden hier in NYC de mening zijn toegedaan dat ik al helemaal geen accent meer heb en gewoon spreek zoals de Amerikanen zelf, krijg ik in gesprekken met Amerikanen weer gauw de vraag "where are you from?" op mijn schoot geworpen. De vicieuze cirkel is weer in werking getreden. Ik weet dat het met verloop van tijd wel weer minder zal worden, maar op dit moment spreek ik toch weer een beetje Engels met een accent. Niet dat daar iets mis mee is, overigens.

Tot zover dit intermezzo. Binnenkort een iets langer bericht!

R.

dinsdag 13 juli 2010

WK en shizzle.

To all my dear Dutchmen,

Wat was het toch jammer, de WK finale!! Zo ver gekomen, en weer heeft The Neverlands de beker niet kunnen thuisbrengen! Het gezegde "driemaal is scheepsrecht" gaat blijkbaar niet op voor ons land. Goed, de tweede van de wereld worden is opzich ook niet slecht. Maar dat gebeurde op een niet-zo-eervolle manier voor Nederland. Ik bedoel, waar was die Kung-Fu Kick To The Chest nou voor nodig? Man, that's not even soccer anymore.

Dessalniettemin ben ik ook apetrots op de prestaties van het Nederlands elftal en kan ik jullie vertellen dat een flink deel van mijn studiegenoten hier in New York ook achter Oranje stonden (zeker tijdens de finale, maar sommige ook al eerder). Het was even slikken dat ze geen kampioen zijn geworden! Ik keek de wedstrijd in een bar met (hoe kan het ook anders) Alex. In nagenoeg elke bar werd het WK uitgezonden op een flatscreen, en elke bar zat nagenoeg vol. Het WK leeft wel degelijk in Amerika.

Eerlijk is eerlijk, ik had wel graag in Nederland willen zijn om het grote feest te vieren als ze dan kampioen waren geworden. Maar dat was niet het geval! In plaats daarvan was heel Nederland zondagavond in een diepe depressie gestort, terwijl hier in New York alles gewoon doorging. Dan kan je toch beter hier zitten. Zo ben ik nog die zondagavond naar een concert in het park hier om de hoek (Prospect Park) geweest, een concert van hiphoplegendes The Roots en Talib Kweli, onder andere. Zo geniaal, het deed me de pijn van het verlies van het Elftal al weer gauw vergeten.





Afgezien van het WK en van dat concert was het hier weer heerlijk business as usual. Jaja, ik volgde weer colleges met alle dudes and dudettes in class, en liep weer stage (iets wat ik echt gemist heb, het kantoorleven!). Maargoed, daar ga ik het nu niet over hebben, want daar heb ik het al vaak genoeg over. Het volstaat te zeggen, dat ik het weer goed naar m'n zin heb hier in Brooklyn the Beautiful!

Daarnaast heb ik deze week een nieuwe fiets gekocht. Het werd immers hoog tijd! Ik fietste al geruime tijd op een afgeragde beachcruiser rond. Dat gammele geval viel zo onderhand uit elkaar, dus een upgrade was hoog nodig!




Het nieuwe vehikel is een Hybrid-Bike. Nee, dat is geen elektrische fiets!
't Gaat hier om een hybride model, een kruisbestuiving tussen de ideaaltypische racefiets en de ideaaltypische stadsfiets. Oftewel, je kunt er prima mee door de stad fietsen (ja, deze fiets is heus bestand tegen alle gaten in het wegdek hier), alsmede langere tochten mee maken. En dat laatste is ook een beetje mijn doel; alhoewel ik de fiets hoofdzakelijk zal gebruiken om naar stage en school te fietsen, ga ik ook langere tours door de stad maken. Zoals de NYC Century, een tour van 100 mijl door New York. Het is Amerika's enige tour van circa 150 kilometer die volledig binnen de gebouwde omgeving van 1 stad plaats vindt. Only in NYC!
Ook aan de Brooklyn Epic Waterfront Ride zal ik aanstaand weekeinde deelnemen; een rit van 40 mijl langs het complete waterfront van Brooklyn, vanaf Greenpoint aan de East River in het Noorden tot aan Rockaway Beach aan de Atlantic in het Zuidoosten.

Oftewel, als je zoveel fietst als ik is een goede fiets een vereiste. Daarom heb ik de Trek 7.3FX gekocht, uiteraard een fiets van een Amerikaanse fabrikant (Buy American!).
Met 21 versnellingen en een uiterst licht gewicht (dankzij het aluminium materiaal) is het een perfecte fiets om snel snelheid te maken. Oftewel, een fiets van het type "American Muscle", want dankzij deze monsterbike ga ik gauw beenspieren kweken!



Dat fietsen zit me in het bloed, ik noem mijn voorliefde voor het fietsen dan ook een stukje 'Dutch Cultural Heritage'.
That's all for now!
Greetings from the Center of the Universe, a.k.a. New York City!

R.

donderdag 1 juli 2010

Back from Berlin














Waarde lezers,

Zo, de studiemaand in Berlijn ist vorbei, en entlich habe ich dan die Zeit om een beetje mijn blog zu updaten! Jawohl! Uit de lange radiostilte konden jullie natuurlijk al lang afleiden dat het programma, waaraan naast mijzelf nog circa 30 andere studenten deelnamen, erg intensief was. Naast eindeloos lange dagen op de uni (dikwijls van half 9 ’s morgens tot na achten in de avond), vele excursies, en een flinke hoeveelheid lezingen, greep ik werkelijk elk studie-vrij moment aan om de stad te verkennen (op mijn witte Duitse mountainbike—die inmiddels weer aan een Duitse student is doorverkocht) of om met studiegenoten een paar pullen pils te proeven. Kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat het een maandje van het type “carpe diem” is geweest. Ik heb er echt van genoten. En alhoewel de studie soms een serious struggle was, voelde het trotzdem nog altijd een beetje als vakantie. Want ik had immers geen stageverplichtingen deze maand, en dat merkte ik: ik had zowaar tijd voor andere dingen!

De groep studenten was zeer gemixt:
• 12 studenten van Pratt (architecture en city & regional planning)
• 1 student van Columbia University (city & regional planning)
• 4 studenten van de Beuth Hochschule für Technik (architecture)
• 3 studenten van de University of California Berkeley (architecture en city & regional planning)
• 10 studenten van Iowa State University (architecture)
• 4 studenten van de Bauhaus Universität Weimar (Eurpäische Urbanistik oftewel Europese Stedenbouw)

De internationale samenstelling (van Brazilie tot Belgie, van Berlijn tot Brooklyn: we kwamen overal vandaan) van onze groep studenten leidde tot een ware kruisbestuiving van ideeën! Het was mij dan ook een eer om samen met andere studenten van over de hele wereld, mee te denken aan de planning van een stukje grond in een ware wereldstad! Intussen zijn onze plannen vervaardigd en zijn de presentaties gehouden. De feedback die we kregen was zeer positief. Onze ideeën worden op dit moment tentoongesteld in een uitgeverij in het hartje van Berlijn. Toen ik woensdagavond de tentoonstelling bekeek bedacht ik me, dat het toch wel erg mooi is dat wij op die wijze ons eigen intellectuele erfgoed hebben achtergelaten in Berlijn en een bijdrage hebben kunnen leveren aan de dialoog over de opbouw van de stad!

Ik ga het Berlijnse leven zeker missen. Het is een stad waar mensen nog niet zo gehaast zijn als in New York, waar het leven nog niet zo duur is als in New York, en waar je bovenal veel jongeren vindt uit alle hoeken van de wereld die er een paar jaar komen wonen om wat mee te krijgen van de tot niets dwingende sfeer in Berlijn. Het voelt dan ook niet echt aan als een hoofdstad; daarvoor moet er nog een paar jaar worden doorgebouwd want Berlijn is immers een stad die nog lang niet af is. Het heeft niet de grandeur van Parijs of Londen, laat staan de welvaart. Het is natuurlijk lang een verdeelde stad geweest die ook nog eens met zware verwoesting te maken heeft gekregen in WW2. Wel heeft het een levendige kunst-en muziekscene. Bovendien kun je er tot in de middag uitgaan (jaja, om half 10 's ochtends staat er nog een rij voor de discotheek. Only in Berlin!). Het is echt een live-and-let-live stad, quite laidback!
Ik kan er nog wel veel langer over praten maar daarvoor heb ik immers een Engelstalige blog aangemaakt! Zie daarom buildberlin.wordpress.com, mijn logboek waar ik de komende tijd ook nog wel een terugkijkend bericht zal plaatsen.

Intussen ben ik weer thuisgekomen in Brooklyn. Vanmiddag zo rond kwart voor 5 thuisgekomen, en om half zes begon het eerste college van het tweede gedeelte van het zomersemester alweer. "Van de hak op de tak" dus, zoals ze zeggen. Zo zit je in Berlijn, zo zit je in New York. Als je er even bij stilstaat is het toch haast te mooi om waar te zijn, 't moet niet veel gekker worden! Goed, ik ga maar eens pitten aangezien de jetlag me bijna knock-out slaat nu het hier half 11 's avonds is. Morgen weer stage lopen, ik heb er echt zin!

R.