de weersvooruitzichten!

zondag 31 januari 2010

Solliciteren doe je zó

Omdat ik de vorige keer vooral over school en bierdrinken heb gepraat, ga ik dit keer wat dieper in op mijn jobsearch.

Mijn jobsearch heb ik vormgegeven op basis van drie principes:
1. Ken je eigen sterke punten, oftewel je unique selling points (en baken ze vooral goed af). Er zijn in de Greater New York Area 18,815,988 mensen woonachtig. Je kunt zelf wel berekenen hoeveel er daar van in de arbeidsmarkt actief zijn. Gegeven de huidige crisis ligt de werkloosheid rond de 10%, wat betekend dat er veel concurrentie is op de banenmarkt. Voor mijn vakgebied betekend dit dat startersbanen worden gevuld door mid-career professionals, en dat stages zijn weggelegd voor diegenen die al zijn afgestudeerd. Je moet dus wel iets heel unieks hebben als je je voet tussen de deur wilt krijgen. Ik heb bedacht dat mijn sterke punt de hoog aangeschreven planningstraditie van Nederland is. Aangezien mijn interessen vooral in het sub-segment verkeersplanologie liggen, heb ik gekeken naar hoe ik die interessen kan combineren met mijn Nederlandse achtergrond. Zodoende kwam ik uit op de nichemarkt van de planning en het ontwerp van fiets infrastructuur, iets waarbij men in de V.S. hoofdzakelijk naar de Denen kijkt, maar toch ook wel bewondering heeft voor het hoge aandeel fietsers in de Nederlandse modal split, oftewel, hun aandeel in alle verplaatsingen in het land op jaarbasis.
2. Zoek je eigen nichemarkt binnen het bredere vakgebied op. Dit komt natuurlijk voort uit punt nummer 1. Ik richtte me in mijn poging om op de radar van werkgevers te belanden dan ook op verkeersplannings-gerelateerde instanties, publiek en privaat. Maar ook een Nederlandse vastgoedontwikkelaar in NYC heb ik aangeschreven. Vanwege mijn achtergrond, wederom. Dit alles wetende dat ik bij de doorsnee werkgevers (de planningstak van de gemeente NY, projectontwikkelaars etcetera) misschien minder kans maak, omdat zij mijn achtergrond wellicht minder goed zouden kunnen waarderen. Bedrijven die al bekend zijn met Nederlandse planning hebben bij mij een streepje voor gehad, dus.
3. Wees zelfverzekerd (lees: arrogant/ aggresief) in je aanpak. Drastic times call for drastic measures. Afwachten op een stageplek is er niet bij in deze tijden. Ik heb daarom zelf, uit het niets, bedrijven gebeld en aangeschreven met het verzoek of we misschien even kennis zouden kunnen maken, omdat ik met mijn achtergrond echt toegevoegde waarde zou hebben voor de werkgever in kwestie. Daar werd positief op gereageerd. Daarnaast is het hier volkomen acceptabel om, haast tot het overdrevene aan toe, op te scheppen over je eigen kennen en kunnen. Dat doet iedereen, bluffen is onderdeel van het proces van het binnenhalen van werk. Als je het niet doet, raak je achterop.

Goed, dan nu het resultaat van dit alles. Ik heb twee weken geleden bij de Brooklyn Economic Development Corporation een gesprek gehad over de mogelijkheid een onderzoek op te zetten naar de wensen van small business owners in mijn wijk Fort Greene. Onder het mom van economische ontwikkeling wordt het wenselijk geacht om meer te weten te komen over wat er leeft onder de ondernemers in de wijk, zodat wij daar dan weer op in kunnen spelen. Dat gesprek ging goed, wellicht dat ik eerdaags weer van ze hoor. Meestal duurt het even. Er was een fors aantal sollicitanten afgezien van yours truly. Al met al gaat het hier om een functie van 100 uur per semester, uitstekend te combineren met een andere stage en met studie dus.
Daarnaast heb ik met de Nederlandse vastgoedontwikkelaar een kennismakingsgesprek gehad. Op dit moment is de vastgoedsector niet al te dynamisch, wat weinig werk overlaat voor een nieuwe stagair. Bovendien is het zwaartepunt van de firma het afgelopen jaar verschoven van NYC naar Rotterdam, en zijn er slechts 2 achterblijvers die in New York de zaken op orde houden, waar dat er eerst ca. 6 waren, en nog eens 2 stagairs. Hoe dan ook, ze kennen me nu, en mocht de sector weer aantrekken, dan weten ze me te vinden. We hebben het gehad over vastgoedontwikkeling in NYC in vergelijking met Nederland. De Hollanders konden de hoge kwaliteit van de openbare ruimte in NYC wel waarderen. Dat er een grote financiële sector is in de stad, maakt het natuurlijk zo dat er middelen zijn om te investeren in de openbare ruimte. Iets wat in Rotterdam nauwelijks het geval is. Ook konden ze de democratische aard van de planning hier erg waarderen. Waar de input van de bevolking in NL vaak beperkt wordt tot twee inspraak avonden in de loop van het proces, wordt de bevolking vanaf het begin van het planningstraject in NYC aan boord gebracht. Het is democratische planning pur sang, en als planoloog is dat wel fijn. Laat de mensen eerst zelf maar bedenken wat ze eigenlijk willen, dan bouwen wij er wel op voort. Vergelijk dat eens met Nederland, waar de mensen (achterover leunend) al naar de gemeente kijken als er een stoeptegel scheef ligt, evenzo als er een nieuwe woonwijk ontwikkeld moet worden. Hier kijkt de gemeente naar de mensen. Tot slot ben ik weer, voor de tweede keer intussen, op gesprek geweest bij The Street Plans Collaborative. Without further ado: ik ben aangenomen en ga maandag 1 februari van start als stagair. In algemene zin voor 2 a 3 dagen per week, maar met flexibiliteit ten top. Wat ik ga doen? Ik ben op 2 projecten gezet. Allereerst ga ik met behulp van het ontwerprogramma Google Sketchup fietsinfrastructuur vormgeven. Specifiek ga ik technische tekeningen omzetten in prachtige plaatjes die een sfeerimpressie moeten geven van hoe de infrastructuur er uit zal komen te zien, mocht deze worden aangelegd. Deze komen in een handboek betreffende het ontwerp en de aanleg van fietsinfrastructuur waar de firma aan werkt. Een uiterst ambitieus handboek, dat de lat voor gemeentelijke praktijk betreffende dit onderwerp hoger gaat leggen. Jullie kunnen erop rekenen dat ik via deze blog de voortgang van mijn werk zal bijhouden. Daarnaast zal ik onderzoek doen naar de fietscultuur in de VS. Met name naar evenementen die de fietscultuur promoten. Denk dan vooral aan Ciclovías. Een Spaanse term voor een Colombiaans verschijnsel. Bogotá had in de jaren 80 van de vorige eeuw een uiterst progressieve burgermeester die de automotobilisten op hun plaats heeft gezet door wekelijks, in de weekends, de grote doorgaanswegen af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer, ten gunste van de fietsers. Dat heeft geleid tot een massale opkomst op zondagmiddagen, waarbij een groot deel van de bevolking, rijk en arm, elkaar ontmoette om gezamelijk door de stad te trekken per fiets. Een goedkope en effectieve manier om sociale cohesie, alsmede de volksgezondheid, te verbeteren. Dat verschijnsel komt sinds de 2e helft van de jaren 90 steeds vaker voor in de V.S., met enkele steden zoals Miami en NYC voorop. Niet toevallig zijn dat de twee steden waar mijn kersverse werkgever haar twee filialen heeft. Ze zijn zelf organisator geweest van de Cyclovía in Miami. Ik ga de Cyclovías in de V.S. onderzoeken om uiteindelijk tot een typologie hiervan te komen. Een overzicht dus van dit verschijnsel, met aandacht voor de organisatie en de uitvoer van dit fenomeen.
Al met al genoeg nobel werk te verrichten dus. Welnu, het is alweer na middernacht hier en ik ga over 8 uurtjes opstaan om mijn eerste werkdag te beleven. Ik laat jullie voor nu dus achter met de boodschap dat ik in de loop van de week een blog zal plaatsen met wat ik verder heb uitgespookt. Want het was een mooi weekend, vol van nieuwe contacten en feestelijkheden.
Tot gauw dus maar weer!

Ronald

donderdag 28 januari 2010

Check 'em out!


'Sup!
Bij deze een kort maar krachtig intermezzo. Ik zal pas in het weekend, misschien zelfs pas in het begin van de volgende week, een nieuwe (en uitgebreidere) blog plaatsen op deze site. Op dit moment wou ik jullie echter met klem aanraden de volgende fotoseries van The Big Apple te bekijken. Serieus, in deze fotografen erken ik mijn meerdere... zij weten echt op superieure wijze het karakter van NYC vast te leggen.
De betreffende, prachtige plaatjes waar ik het over heb zijn hier te bewonderen (vergeet niet op F11 te drukken als je ze bekijkt):

FOTOSERIE 1

FOTOSERIE 2

Take it easy, guys.

zondag 24 januari 2010

The Start of School

So, my dear readers, it’s been another week! Time for a new webisode of my blog.
Nee, even serieus (seriously!), geef me nog een momentje terwijl ik rustig terug schakel naar de Nederlandse taal… bear with me, folks!
School is echt in full swing op dit moment, nu afgelopen week de lessen begonnen zijn. Maandag en dinsdag heb ik les van half 6 tot half 11, min of meer. Woensdag en donderdag is dat van half 6 tot 8 uur. Vrijdag geen les, zondagmiddag (!) van 11 tot 1 een practicum. Maar, make no mistake about it, alhoewel het misschien oogt alsof ik het rooster van een lichte studie heb, de tijd die ik in de studie steek is vast en zeker een veelvoud van het aantal formele lesuren. Elk vak kent een flinke literatuurlijst, en door middel van pop quizzes en discussies checken de docenten of je wel bij de les blijft. Flink lezen dus, iets wat een ubiquitous (oftewel universeel) verschijnsel is in Amerikaanse G-Schools (graduate schools, that is). Dan zijn er nog de toegepaste opdrachten. Zo heb ik de afgelopen 2 dagen haast non-stop gewerkt aan een figure ground drawing, in dit geval betrof het een tekening van alle gebouwen in de Noordelijke sectie van de wijk Manhattan Valley. In een figure ground drawing analyseer je een bepaald gebied naar diverse kenmerken, en dit geef je helder weer door alleen het betreffende item in kaart te brengen. In mijn geval dus, alle bouwwerken. Zie hier het resultaat, waar ik 8,5 uur op heb zitten broeden.



Over Manhattan Valley. Dat is een wijk gelegen in aan de Upper West Side, in Uptown Manhattan, je raadt het al, een binnenstedelijk gesitueerde wijk in NYC. Wij krijgen voor het vak Fundamentals of Planning: Studio de taak om, in opdracht voor de lokale Assembly member, oftewel de gekozen volksvertegenwoordiger van de wijk, een community outreach exercise te organiseren. Oftewel: het uitreiken naar de lokale bevolking en samen nadenken over de toekomst van de wijk, hoofdzakelijk in ruimtelijk-fysieke zin, maar uiteraard ook met oog voor sociaal-economische zaken. Dat is één van de funderingen waarop de planologie is gebouwd: de leefomstandigheden van een ieder verbeteren. Via een veelvoud aan oefeningen is het beoogde eindproduct een soort van Agenda van Prioriteiten, een speerpunten programma voor de verbetering van de wijk dus (door brede lagen van de bevolking gesteund, uiteraard).
Vanwege de colleges, vier dagen in de week verplicht (het zondagse practicum is nog altijd vrijwillig- maar wel sterk aanbevolen) zie ik mijn nieuwe studiegenoten geregeld. Vooral de studenten die, net als mij, pas begonnen zijn zie ik erg vaak (we hebben veelal dezelfde vakken). Tel daarbij op dat je zo nu en dan buiten schooltijden om elkaar op de faculteit treft om aan opdrachten te werken, en je krijgt haast automatisch een sociaal netwerk op je schoot geworpen (goede zaak).
De interactie met de studenten hier is vruchtbaar. Maar ook mijn ervaringen als Amerikaanse college student in 2008 en 2009 leggen mij nogsteeds geen windeieren. In Maart jongstleden was ik bijvoorbeeld in Ithaca, in Upstate NY. Ik was daar om de open dag van Cornell bij te wonen en kennis te nemen van het planningsprogramma aldaar. ’s Avonds ging ik destijds feesten bij lokale studenten thuis (en kwam ik erachter dat Cornell de party school van de Ivy League is). Met andere toekomstige (en ook huidige) masterstudenten een biertje en een borreltje drinken dus. Daar ontmoette ik ook Jesse, een Mexicaanse Amerikaan uit Los Angeles. Hij zei destijds al dat hij waarschijnlijk voor Pratt zou kiezen. En, warempel, ik kwam de beste man deze week weer tegen bij een college van het vak Applied Demography. Lachend keken wij terug op de mooie tijd die wij beleefden in Ithaca, terwijl we wat bij praatten vlak voor het college begon. It was a great party. Ook zit ik bij een ander vak (Visual Representations in Planning: Graphics I) bij Alex (a surferdude from Cocoa Beach, FL) in de klas, en hij heeft ook aan de University of Florida gestudeerd (“Duuuude, you also went to UF? GO GATORS!!!!). Uren lang spraken wij over de Home of the Gators, er is zeker sprake van gedeelde nostalgie voor het gemoedelijke Gainesville. Tel daarbij onze gezamelijke passie voor planning op, en er is genoeg gespreksstof. Dat klikte meteen dus. Vrijdagavond zijn we dan ook, na uren lang aan de bovenstaande tekening te hebben gewerkt in lokaal 406 (ook wel liefkozend Apartment 406 genoemd, vanwege de vele uren die de planningsstudenten er doorbrengen), Brooklyn ingetrokken om wat te drinken. Onder andere zijn wij naar de German Indoor Beergarten “Der Schwarze Kölner” geweest, een bar die door een zwarte Duitser gerund wordt. Na een Paulaner Salvator, ’s werelds eerste dubbelbok (een pittige pul bier dus), bestelden we een Weihenstephaner Hefeweizen Dunkel, oftewel een donkerkleurig witbier (wat een paradox hier). Vervolgens nog eens een halve liter, Jever ditmaal, een Oost-Fries kruidenbier. De kroon op de avond was echter de pint Guiness die we in de lokale bar “Alibi” dronken, hoewel de halve liter Brooklyn Lager (smaakt net als Palm) ook smakelijk was. Aan onze astronomische alcoholcapaciteiten valt af te leiden dat we een gedeelde training hebben gehad aan de Number One Party School of America!
Voor wie nu denkt dat ik alleen maar aandacht schenkt aan alcohol: ik was vanmorgen om 7 uur opgestaan (op mijn vrije zaterdag) om aan de bovenstaande tekening te werken met mathematische precisie. En ik ben sinds dinsdag geen enkele dag voor middernacht gestopt met het lezen van verplichte literatuur. Work hard, play hard. Ik heb zelfs mijn fotografische expedities door New York moeten onderbreken vanwege de studiedruk. Niet dat ik klaag, in tegendeel: elk leermoment is een lust. Het voelt niet eens als werken aan, omdat alles zo vreselijk interessant is. I know, I know, I’m a total planning nerd. Dat krijg je nou eenmaal als je het beste vakgebied ter wereld het jouwe gemaakt hebt.
Intussen ben ik ook druk bezig met het plannen van een reisje naar Florida voor mijn Spring Break. Alhoewel ik langs mijn oude vrienden zal gaan, opzoek naar een goed potje Beerpong, zal ik zeker ook een nachtje in Panama Beach te vinden zijn, the home of the Spring Break parties. Ik ga nl. door the South rondreizen met Andy. We zitten naast Panama Beach ook te denken aan Savannah, Georgia of New Orleans. Andy heb ik in 2008 ontmoet in Gainesville, hij was er als uitwisselingsstudent vanuit de Universiteit van Maastricht terecht gekomen. Enkele weken geleden heb ik hem in z’n thuishaven, het Duitse Aken, opgezocht en hebben we een geweldige reünie gehad. Hij was ook de ere gast van mijn afscheidsparty in Bergschenhoek. Over een paar weken komt hij hier een weekje op bezoek in New York. Omdat hij op dit moment wederom woonachtig is in Gainesville (i.v.m. masterscriptie), ga ik hem daar opzoeken en trekken wij er per auto op uit om een roadtrip te maken. De planning is momenteel volop gaande (tussen alle bedrijven door). Of het nu in Gainesville, Aken of Bergschenhoek is, we vinden altijd wel een manier om te chillen. Goede vriendschappen zijn bestendig tegen lange afstanden, zo blijkt maar weer. En ik mag hopen dat dat ook geld voor diegenen die dit nu lezen.
Het begint erop te lijken dat ik weer uitgepraat ben, en de lengte van mijn vorige blog heb weten te overtreffen. Wat betreft het op de hoogte houden van mijn Nederlandse vrienden en familie, hoop ik dat ik wederom een good job heb gedaan!
Greetz,

R.

zaterdag 16 januari 2010

Settling-In

Het was een drukke week. Natuurlijk had ik het druk met administratieve zaken die nog op het Pratt Institute moesten worden afgewikkeld (denk maar niet dat de bureaucratische rompslomp hier minder is als aan de Universiteit Utrecht, of Wageningen, in tegendeel). Ook was de New Student Orientation daar, een mooie gelegenheid om docenten en studenten van mijn studie te ontmoeten. Na het weekend zie ik ze weer, als dinsdag mijn lessen beginnen, iets waarop ik nauwelijks kan wachten. Niets is toch mooier dan elke dag volop bezig te zijn met je vakgebied, en jezelf te omgeven met gelijkgestemde studenten! Wat mijn studie betreft ga ik 4 vakken volgen: Fundamentals of Planning, Methods I: Visual Planning, History & Theory of City Planning, en Applied Demography. De gemiddelde graduate student volgt er 2 of 3, afhankelijk van hoeveel uren in de week ze werken. Hoe dan ook, it’ll be nothing I can’t handle, I suspect.
De afgelopen week heb ik veel tijd geïnvesteerd in het zoeken naar een stage. Vrijdag had ik een eerste kennismakingsinterview, het ging best goed. De organisatie in kwestie is een klein en jong bedrijf dat zich tot nog toe vooral heeft gericht op het ontwerp en de aanleg van infrastructuur voor fietsers, maar dat desalniettemin grootse toekomstplannen heeft en graag haar takenpakket wil uitbreiden. Nu is het aan mij om de komende week te ondervinden hoe zwaar de studie is, en hoeveel tijd ik eraan kwijt ben. De firma in kwestie zal dan bij zichzelf te raden gaan wat voor taken en klusjes zij voor mij hebben, zodat wanneer wij elkaar volgende week (of iets in die trant) weer treffen, we precies weten wat we voor elkaar kunnen betekenen. Ook hoort de firma aankomende week of zij een mega-opdracht van de gemeente Pittsburg (in Pennsylvania) krijgt: die gemeente heeft de intentie een groot, samenhangend en alles-ontsluitend fietsnetwerk aan te leggen (dat is zo’n beetje de laatste trend in de V.S. op het gebied van transportplanning). Er zijn nog 4 andere firma’s in de race om die opdracht, maar als zij hem daadwerkelijk binnenhalen, is er zeker werk voor een fietsplanner uit Nederland, het Nirvana voor fietsers, om de woorden van de voorman van de firma te citeren. Hoe dan ook, de wederzijdse introductie ging goed.
Daarnaast is het nog een mogelijkheid dat het Project for Public Spaces (een organisatie die zich toelegt op het leefbaar maken en houden van de openbare ruimte), alsmede de Regional Planning Association (ruimtelijk beleid op regionale schaal), de komende tijd contact met mij opnemen, in het geval dat er behoefte ontstaat aan een nieuwe stagair. Mijn CV en introductie brief hebben ze in goede orde ontvangen en zodoende staat de deur ook daar voor mij op een kier. Dan is het nog het Pratt Center for Community Development, een aan de universiteit gelieerde organisatie die hoofdzakelijk in Brooklyn actief is. Zij hebben mij laten weten dat er in de zomer een stage plaats vrij komt, en dat ik volgende maand nog eens mijn CV moet opsturen om daarvoor in aanmerking te komen. Zij zijn een non-profit organisatie die de leefomstandigheden, met name de ruimtelijke context, voor de aller armsten in Brooklyn willen verbeteren. Tot slot heb ik ook nog belangstelling voor de functie van Adjunct Transportation Planner bij de Metropolitan Transit Authority, een functie die gereserveerd is voor graduate students in City and Regional Planning. Ook hun kunnen mijn CV en introductiebrief eerdaags verwachten. In dat geval gaat het om het plannen van een Rapid Bus System door NYC.
Afgezien van de tijdconsumerende zoektocht naar een stage (die ik overigens volledig vanuit koffiebar Connecticut Muffin heb uitgevoerd, onder het genot van vele Vanilla-Hazelnut Coffees en talloze Bagels), heb ik ook mijn verkenning van NYC voortgezet. Werkelijk elk momentje dat ik even niets te doen heb, trek ik er met mijn camera op uit om de stedelijke schoonheid van The Big Apple vast te leggen. Het weer leende zich daar de afgelopen weer erg goed voor. Het is voortdurend zonnig geweest, al varieerde de dagtemperatuur van zo’n -7 graden in het begin van de week tot +10 graden vandaag. Hoe dan ook, zo lang de zon schijnt en het droog blijft, trek ik erop uit.
Was ik eerst vooral Brooklyn aan het uitkammen, de laatste dagen zie ik ook steeds meer van Manhattan. Zo ben ik naar het uitzichtdek van het Empire State Building geweest. Dat was echt één van de meest indrukwekkende momenten die ik hier tot nu toe heb meegemaakt. Pas als je de stad van enige hoogte overziet, dringt de omvang ervan pas goed tot je door. Al die enorme, talrijke skyscrapers geven de stad, en dan met name Midtown Manhattan, een futuristische uitstraling en zijn echt visuele porno voor een stedelijk- georiënteerde planoloog.
Ook heb ik 3 dagen lang per voet het zuidelijke gedeelte van Manhattan doorkruist, het oudste gedeelte van New York (al valt daar op sommige plaatsen, met name in het Financial District, nog maar weinig van te zien). Straatnamen als “Gansevoort Market”, “Nassau Street”, “Beekman Street”, “Vandam Street”, “Stuyvesant Street”, zelfs “Dutch Street” zijn daar geen uitzondering. Wijken als Little Italy, Greenwich Village, SoHo, Tribeca, en Chelsea lopen werkelijk over van de historische gebouwen en zijn daarom ook niet zonder reden historisch erfgoed. Dat contrast tussen oud en nieuw, tussen grootschaligheid en kleinschaligheid, intieme wijkjes bestraat met kinderkopjes en grootste Avenues omgeven door kolossen van wolkenkrabbers, dat is echt NYC! That’s the city I love! Het contrast met Gainesville in Florida kon niet groter zijn. Om het in Nederlandse termen uit te drukken: New York is Amsterdam, Gainesville is Emmer-Compascum. You get the picture.
Gainesville is een door boeren bevolkte plaats (Godzijdank zijn er daar nog zo’n 50.000 studenten om de boel levendig te houden), New York is een echte kosmopolitische wereldstad. Natuurlijk helpt het dat een groot deel van de New Yorkse bevolking van een ander werelddeel afkomstig is, met name uit Zuid-Amerika, Europa en Azië. Maar ook de native New Yorkers zijn wereldburgers, en hebben mijns insziens meer in het gemeen met de inwoners van andere wereldsteden als bijvoorbeeld Londen, dan met de rest van Amerika. It's really in a league of its own. Ze hebben misschien ook wel wat weg van Rotterdammers: kort van stof, niet lullen maar werken, lichtelijk arrogant, altijd modieus en altijd gehaast.
Goed, zo langzamerhand begint het erop te lijken dat ik uitgepraat ben. Ik laat jullie achter met een boel foto’s, allemaal gemaakt in Manhattan (als je op een foto klikt, krijg je de uitvergrote versie te zien... voor het geval je nog opzoek was naar een nieuwe bureaubladachtergrond). Zo kunnen jullie een beetje een beeld krijgen van de stedelijke diversiteit van New York waarover ik maar niet uitgepraat raak.
‘Till next time,

Ronald

























This is my house, this is my home. By "We were promissed jetpacks".

Hello Brooklyn (vervolg)

Bij deze nog wat kliekjes van mijn kersverse woonomgeving.
Gefotografeerd in (de omgeving van) Prospect Park, het Central Park van Brooklyn (niet geheel ontoevallig is het park ook ontworpen door dezelfde landschapsarchitect als van het Central Park, de legendarische Frederick Law Olmsted).
Enjoy!

P.S. Stay tuned voor een uitgebreidere update.












vrijdag 8 januari 2010

Hello Brooklyn

Voor de eerste keer dan nu een bericht vanuit mijn nieuwe apartement, gelegen op 168 Lafayette Avenue, in de wijk Fort Greene, in de borough Brooklyn. Ik heb jullie veel te vertellen, maak je borst maar nat.
Woensdag heb ik op Schiphol een kogel ontweken, bij wijze van spreken. Kort nadat mijn Royal Dutch Airlines boeing het luchtruim inging, werd Nederland overvallen door nog een sneeuwstorm, wat de grootst mogelijke vertragingen voor vliegverkeer veroorzaakte. Gelukkig was ik toen al pleitte. Het afscheid nemen van mijn familieleden (Rutger, Laura, Niels, Bas, Mar, pa, ma, en oma, bij deze nog eens bedankt dat jullie me kwamen uitzwaaien) viel mij zwaar. Na enige tranen vertrok ik dus. De vlucht was, zoals altijd, zwaar klote. De ijle en dramatisch droge lucht, het vreselijk vieze vliegtuigvoer, de jankende jochies, de zeer begrense beenruimte, en het gebrek aan gelegenheid tot slapen, is iets wat je maar moet tolereren als je naar je geliefde land terug wilt. Eenmaal op JFK aangekomen sprongen de tranen mij opnieuw in de ogen toen ik daar een grote Amerikaanse vlag zag wapperen. Honey, I'm home!
Na een taxirit kwam ik aan in een prachtig, laat 18e eeuws stukje van mijn nieuwe wijk: Fort Greene. De oude gebouwen maakten het dat je je net zo goed in bijvoorbeeld London, Dublin, Amsterdam of Berlijn waant. Dat spreekt mij aan aan het Noordoosten van de V.S.: de steden hebben, in tegenstelling tot in Florida, een echt historisch karakter. De gehele wijk is uitgeroepen tot erfgoed (en terecht).

Natuurlijk ging ik de zesde januari na mijn aankomst in mijn eigen chique Victoriaanse-stijl woning (de ornamenten in het interieur en de hoge plafonds doen mij denken aan het stadspand in Utrecht waar studiegenoot Tijn thans woont) niet meer op pad. Donderdagmorgen trok ik er echter op uit om Brooklyn uit te kammen. Downtown heb ik gehad, zo ook mijn eigen omgeving, Fort Greene. En natuurlijk de campus van het Pratt Institute. Verder zie je mij de komende tijd vast vaker in de "Connecticut Muffin" een kleinschalige koffiebar hier vlakbij. Ideale plek om je koffie en bagel te nuttigen, terwijl je op je labtop druk verder gaat met je jobsearch (well, at least that's what I do).


Tot slot, zondag is er een kennismakingsbijeenkomst van de City and Regional Planners. Vanaf de 12e tot de 16e heb ik de introductie. Daarna wordt het echt bikkelen. Voor nu, geniet ik van de paar dagen die ik heb om te settelen. Het voelt goed hier weer terug te zijn, heel goed. De eeuwige euforische stemming, die ik ook in Florida voelde, is weer teruggekeerd. The next two years are gonna rock!!!